Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Risico's

 

Naam risico  

Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties)

Deelprogramma 

1.1 en 1.3 Economie en werkgelegenheid en Wonen

Omschrijving

Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc.
De inschatting is dat het benodigde weerstandsvermogen zich in de jaren 2023-2028 vrij stabiel beweegt in een bandbreedte tussen de 61,2 en 66,7 miljoen euro. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties is een onderdeel van het totale benodigde weerstandsvermogen van de gemeente Groningen. De uitkomst op dit onderdeel moet dan dus ook altijd worden bezien in relatie tot de overige risico’s die de gemeente loopt.

Vervolg omschrijving

Nadere toelichting
1. Vastgestelde gemeentelijke grondexploitaties
Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor deze grondexploitaties bepaald. Hier komt voor de jaarschijf 2023 een benodigd WSV van 21,2 miljoen euro uit.
2. Nog vast te stellen gemeentelijke grondexploitaties
Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereiding voor een aantal gebiedsontwikkelingen. Het gaat dan om de ontwikkeling van de Held3 (Heldin) en het Stationsgebied. De grondexploitaties voor deze ontwikkelingen worden pas later ter vaststelling voorgelegd. Om vooruitkijkend een adequaat beeld van het benodigd weerstandsvermogen te krijgen is ook hier met behulp van de risicoboxenmethode het benodigde weerstandsvermogen berekend. Dit komt voor de jaarschijf 2023 uit op 13,5 miljoen euro.
3. Grondexploitaties die in aparte rechtsvormen zijn/worden ondergebracht
De gemeente Groningen heeft de gebiedsontwikkeling Meerstad ondergebracht in een BV. Recent zijn ook Stadshavens en De Suikerzijde ondergebracht in een BV. Uitgangspunt bij gebiedsontwikkelingen die in aparte rechtsvormen zijn ondergebracht is dat de risico’s binnen de beschikbare middelen voor de betreffende gebiedsontwikkeling kunnen worden opgevangen. Daarmee hoeft er in beginsel dus geen weerstandsvermogen bij de gemeente te worden aangehouden. Voor Stadshavens BV zijn de risico’s door een extern bureau beoordeeld. De conclusie was dat de mix van buffers binnen Stadshavens voldoende is om de in beeld gebrachte risico’s op te vangen. In december 2022 is de gebiedsbegroting van De Suikerzijde door de raad vastgesteld. De insteek is om ook daar de risico's die samenhangen met de grondexploitatie van de BV binnen het weerstandsvermogen van de BV op te lossen. Binnen het gemeentelijk weerstandsvermogen zit wel een risico op de verstrekte kapitaalstorting aan de BV. Dit risico is afzonderlijk opgenomen.
3a. Meerstad Noord
Op dit deelgebied zit een aanzienlijke opbrengsttaakstelling. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van plannen voor een zonnepark. Door deze planuitwerking neemt het risico dat de opbrengst niet geheel gerealiseerd gaat worden toe. De actuele berekening komt uit op 26,1 miljoen euro. Dit risico dekken we met gemeentelijk weerstandsvermogen af.
4. Strategisch grondbezit
Met behulp van de risicoboxenmethode is het benodigde weerstandsvermogen voor het strategisch grondbezit berekend op 2,4 miljoen euro.

Risicobedrag 2023

63,3 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

62,3 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

61,9 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

66,7 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

2004

Actie

Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk.

Naam risico  

Parkeerbedrijf

Deelprogramma

1.2 Mobiliteit

Omschrijving

Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risicoanalyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren.
Voor de begroting 2023-2026 zijn de risico's herijkt. Over 2023 neemt het risico met 0,6 miljoen euro af. Dit wordt vooral verklaard door het lagere risico bij parkeergarages (300K) en straatparkeren (266k). Bij de parkeergarages wordt dit vooral verklaard door de forum-garage, hier heeft een bijstelling plaatsgevonden op de kans op lagere omzet (lager ingeschat) en hogere omzet (hoger ingeschat). De voorlopige resultaten 2022 laten zien dat deze bijstelling realistisch is.  Ook voor straatparkeren zijn kleine wijzigingen doorgevoerd in de kans-berekening, de kans op lagere omzet is naar beneden bijgesteld en de kans op een hogere omzet licht naar boven. Het voorlopige beeld in de realisatie 2022 rechtvaardigt dit.

Risicobedrag 2023

3,299 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

3,473 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

3,648 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

3,823 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Al jaren in de P&C-documenten

Actie

Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen.

Naam risico  

Verkeer- en vervoersprojecten 

Deelprogramma

1.2 Mobiliteit  

Omschrijving

Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben.
Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden.
Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten. Voor de lopende projectecten verkeer en vervoer is de omvang van het risico nihil.
Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen.

Risicobedrag 2023

nul

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

nul

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

nul

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

nul

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2017

Actie

Naam risico  

Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV

Deelprogramma

1.3 Wonen

Omschrijving

WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
· Het ontwikkelen en exploiteren van het warmtenet Noordwest;
· Het ontwikkelen en exploiteren van collectieve Warmte en Koude-opslagsystemen.
Via Warmtestad investeert de gemeente in warmteprojecten gericht op een CO2 neutrale stad in 2035. WarmteStad heeft aandacht voor het identificeren, beheersen en financieel vertalen van risico's. Voor de resterende risico’s voor de gemeente is het weerstandsvermogen versterkt.

1. Warmtenet Noordwest
Voor de Investering geothermie en warmtenet Noordwest is op 8 juni 2016 het weerstandsvermogen versterkt met 1,3 miljoen euro. Dit is 18% van het toen, in de vorm van agio, geïnvesteerde bedrag van 7 miljoen euro. Met het besluit om geothermie niet meer te ontwikkelen is een verliesvoorziening gevormd van 3 miljoen euro. Hiermee kon het benodigde weerstandsvermogen worden verlaagd met 580 duizend euro (18 % van 3 miljoen euro) tot 720 duizend euro.
In april 2018 is WarmteStad een overbruggingskrediet verstrekt van 1,3 miljoen euro ten behoeve van Tijdelijke Warmte Opwek. Het risicoprofiel is daarbij gesteld op 8% van het uitgeleende bedrag en 104 duizend euro weerstandsvermogen gevormd. Op 31 oktober 2018 is besloten om WarmteStad een overbruggingskrediet te verstrekken van 3 miljoen euro voor de eerste uitbreiding van het warmtenet met een bijbehorend weerstandsvermogen van 8 %, een bedrag van 240 duizend euro. Op 26 juni 2019 heeft de raad naar aanleiding van het raadsvoorstel Vervolg definitief investeringsvoorstel Warmtenet Noordwest de integrale Business Case en het Project- en investeringsvoorstel voor warmtenet Noordwest vastgesteld. Tevens is toen besloten de verstrekte overbruggingskredieten van in totaal 4,3 miljoen euro om te zetten in agio. Dit is geëffectueerd in december 2019. Op basis van de vastgestelde Business Case is externe bankfinanciering verkregen. De huidige financiële stand van zaken is dat er aanloopverliezen zijn, maar dat die vooralsnog binnen de risicobuffers en bestaande voorwaarden van de bankfinanciering kunnen worden opgevangen en dat er geen aanvullende financiering nodig is. Wel zijn er diverse maatregelen genomen om de aanloopverliezen te beperken en de voorspelbaarheid van de financiële resultaten te verbeteren. Het college heeft de raad hierover op 26 februari 2020 geïnformeerd door middel van de brief Stand van zaken financiën Warmtestad 2019 en 2020.
Huidig risicoprofiel WarmteStad Noordwest BV.
Aanvankelijk is het risicoprofiel gesteld op 14%. In het kader van het vaststellen van de business case in 2019 zijn alle risico’s opnieuw in beeld gebracht en is geconcludeerd dat de omzetting van de kredieten in eigen vermogen niet van invloed was op het risicoprofiel. Het totale weerstandsvermogen voor Warmtenet Noordwest kan worden gehandhaafd op 1,064 miljoen euro.

2. WKO-programma en risicoprofiel WarmteStad werkt stap voor stap het WKO programma uit. Op 19 februari 2015 is 750 duizend euro rekening-courant ter beschikking gesteld voor WKO Europapark. Risicoprofiel rekening-courant WKO is 8%, een bedrag van 60 duizend (er is een bestemmingsreserve gevormd van 57 duizend euro). Voor het  financieel meerjarenplan (FMJP) 2017-2021 heeft de  gemeente besloten 3,875 miljoen euro aan leningen te verstrekken. Op 31 mei 2017 is 2 miljoen euro voor jaarschijf 2017 ter beschikking gesteld. Het WKO-programma draait op een bewezen techniek en al bestaande bronnen. Het risicoprofiel is 8%, een bedrag van 160 duizend euro. In september 2018 is de resterende 1,875 miljoen euro (2018 – 2021) beschikbaar gesteld.  Het weerstandsvermogen is 150 duizend euro (8%). Van het resterende bedrag van 1,875 miljoen is inmiddels, in 2019, 0,5 miljoen euro uitbetaald. In juli 2022 is door het  college en de raad een besluit genomen over de herfinanciering van de WKO activiteiten van WarmteStad. De herfinanciering ziet er als volgt uit:
1. Eigen vermogen: door de omzetting van het bedrag van 4.625.000 euro van de bestaande leningen in eigen vermogen per 6 juli 2022 en de extra agiostorting van  1.500.000 euro per 8 juli 2022 is in 2022 sprake van een toename van de boekwaarde van de deelneming  tot 17.426.000 euro per 31 december 2022. De eerder gevormde voorziening op de deelneming bedraagt 2.929.000 euro, zodat er per 31 december 2022 sprake is van een netto-positie van 14.497.000 euro.
2. Vreemd vermogen: er is sprake van een nieuwe kasgeldfaciliteit met een kredietlimiet van 750.000 euro ten behoeve van de bestaande WKO-activiteiten met een looptijd van 2 jaar, ingaande 1 juli 2022. Daarnaast is een nieuwe kasgeldfaciliteit t.b.v. de aanleg van WKO-installaties in de nieuwe wijk Stadshavens met een kredietlimiet van 4.000.000 euro. Per 31 december 2022 was op beide kasgeldfaciliteiten niet getrokken. Medio februari 2023 is op de kasgeldfaciliteit t.b.v. de WKO Stadshavens 1,2 miljoen euro 3-jarig geld getrokken.
Het totale weerstandsvermogen voor het WKO-programma is met de uitbreiding van de kasgeldfaciliteiten in 2022 opgehoogd van 370 duizend euro naar 750 duizend euro. 

Risicobedrag 2023

1,814 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

1,814 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

1,814 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

1,814 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2017

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken.

Naam risico  

Risico's bodemsanering

Deelprogramma

2.1 Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving

In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn in 2020. In de gemeente zijn vanaf 2018 alle spoedlocaties beheerst (sanering of monitoring loopt) of gesaneerd. Een aantal spoedlocaties waar de sanering nog loopt zijn niet in eigendom van de gemeente. Wanneer een derde om welke reden dan ook de verantwoordelijkheid van de sanering niet kan nakomen, is de gemeente als bevoegd gezag verplicht een lopende spoedsanering tot een goed einde te brengen (risico 1a). De beoordeling of een mogelijk verontreinigde locatie een spoedlocatie is, hebben we conform de landelijke richtlijnen uitgevoerd. Bij een beperkt aantal locaties (met name benzine service stations) is de beoordeling gebaseerd op zeer beperkte info. Mocht hier wel iets aan de hand zijn dan is het mogelijk dat we als gemeente aanvullend risico-onderzoek en eventuele risico-maatregelen moeten treffen (risico 1b). In het gebied met zandgrond en waterwinning (Haren e.o.) zou er sneller sprake kunnen zijn van een risico door een bodemverontreiniging.
Risico inschatting: Voor risico bodem 1a en b, gaan we uit van een risico van 900 duizend euro en een kans van 50%. Het gaat om een structureel risico.

Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen, onrust omwonende en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing zorgen. De voormalige vuilstort Woltersum is hier een voorbeeld van (locatie is in 2021 gesaneerd). Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en (tijdelijke) beheersmaatregelen.
Risico inschatting: Voor risico bodem 2, gaan we uit van drie gevallen per jaar. We schatten het risico in op 500 duizend euro met een kans van 50%. Het gaat om een structureel risico.

Naast risico’s veroorzaakt door aantreffen bodemverontreiniging is er ook een risico op onze apparaatskosten voor uitvoering wettelijke taken voortkomend uit Wet bodembescherming/Omgevingswet. Het Convenant Bodem en Ondergrond 2015-2020 is inmiddels afgelopen. Voor 2023 en verder zijn afspraken gemaakt met het rijk. De rijksbijdrage in 2023 is gelijk aan 2021. De decentrale uitkering die de gemeente Groningen ontvangt is 480 duizend euro + 69 duizend euro vanwege de herindeling Haren/TenBoer. Dat is lager dan de benodigde ingeschatte 799 duizend euro. De verwachting is niet dat dit bedrag door het Rijk nog wordt aangevuld (in 2022 heeft Groningen zelfs maar 410.000,- ontvangen, waarom dit minder is wordt onderzocht). Voor 2023 en verder dient voor het uitvoeren van de wettelijke taken een bijdrage van 250.000,- uit concernmiddelen plaats te vinden. Dit is voor 2023 en verder nog niet gebeurd.
Risico inschatting:  Daarom nemen we voor risico bodem 3 voorzichtigheidshalve voor 2023 en verder een structureel risico van 250 duizend euro (het  verschil tussen de benodigde 799 duizend euro en reeds toegezegde 482 + 69 duizend euro) op met een kans van 75%. Zodra er een wijziging plaatsvindt in de rijksbijdrage en er duidelijkheid is over de concernmiddelen kan dit deel van het risico worden aangepast.

Tot slot is er een risico op het niet (voldoende) dekkend krijgen van de kosten die we de komende jaren extra moeten maken om voorbereid te zijn op de Omgevingswet, de aanpak van Zeer Zorgelijke Stoffen (ZZS) in het milieu, verdere kennisontwikkeling en de landelijke ambitie om water en bodem sturend te maken bij ontwikkelingen. Voor deze buitenproportionele opgaven, betreffende lokale verontreinigingssituaties en andere bodemopgaven die een gerichte aanpak vereisen die vanuit bodemkwaliteitsbeleid onaanvaardbare risico’s opleveren of dreigende stagnatie opleveren van maatschappelijke noodzakelijke ontwikkelingen is beperkt jaarlijks rijksgeld beschikbaar. Voor de dekking van deze kosten dient in 2023 tweemaal een SPUK aanvraag ingediend te worden (SPUK: Specifieke Uitkering). Te weten één voor 2023 en één voor 2024 – 2028. Het risico bestaat dat er onvoldoende rijksmiddelen beschikbaar zijn/toegekend worden om de benodigde extra werkzaamheden uit te voeren.
Risico inschatting: Daarom nemen we voor risico bodem 4 voor 2023 en verder een structureel risico van 750 duizend op met een kans van 50%. Zodra er meer duidelijkheid is over deze SPUK aanvragen kan dit deel van het risico worden aangepast.

Risicobedrag 2023

2,4 miljoen euro structureel

Kans 2023

Diverse kansen

Risicobedrag 2024

2,4 miljoen euro structureel

Kans 2024

Diverse kansen

Risicobedrag 2025

2,4 miljoen euro structureel

Kans 2025

Diverse kansen

Risicobedrag 2026

2,4 miljoen euro structureel

Kans 2026

Diverse kansen

Structureel/Incidenteel

Structureel 

1e signaleringsmoment

2001

Actie

We monitoren voortdurend de stand van zaken.

Naam risico  

Tekort OV-Bureau Groningen Drenthe

Deelprogramma

1.2 Mobiliteit

Omschrijving

De gemeente Groningen neemt voor 21% risicodragend deel in het OV-Bureau Groningen Drenthe (zie ook de paragraaf Verbonden Partijen). De andere deelnemers, de provincies Groningen en Drenthe, dragen respectievelijk 44% en 35% van het risico.
Al een aantal jaar is het sluitend krijgen van de meerjarenbegroting van het OV-Bureau lastig. Als gevolg van Corona zijn reizigersaantallen terug gelopen en het herstel van deze aantallen duurt een aantal jaar met de onzekerheid of de aantallen zich ooit weer herstellen op het niveau van voor Corona. Daarnaast zien we aanzienlijke kostenstijgingen. Als gevolg van de de oorlog in de Oekraïne zijn de prijzen voor brandstof fors gestegen. Deze ontwikkelingen hebben een nadelige invloed op de verwachte resultaten van het OV-Bureau. Wat we ook zien is dat de vergoedingen vanuit het Rijk deze ontwikkelingen niet voldoende compenseren.
In de Kaderbrief die vooruitloopt op de begroting 2024 van het OV-Bureau zijn voor de jaren 2024 en verder tekorten voorzien. Het OV-Bureau stelt voor om als incidentele dekking de eigen reserves volledig in te zetten. Daarmee vervalt hun buffer om toekomstige tegenvallers op te vangen. een toekomstige tegenvaller bij het OV-Bureau moet daarmee dan mogelijk door de deelnemers gedragen worden.
Naast deze incidentele oplossing, moeten oplossingen worden uitgewerkt om tot een structureel sluitende meerjarenbegroting te komen.
Vanuit de afspraak dat de gemeente Groningen voor 21% bijdraagt in de gerealiseerde  exploitatietekorten van het OV-Bureau is vanaf 2024 een structureel risico opgenomen. Het risico is bepaald aan de hand van de risico-inventarisatie van het OV-Bureau. Deze komt uit op een benodigd weerstandsvermogen van 4,75 miljoen euro.   

Risicobedrag 2023

0

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2024

998 duizend euro (4,75 miljoen euro x 21%)

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2025

998 duizend euro (4,75 miljoen euro x 21%)

Kans 2026

50%

Risicobedrag 2026

998 duizend euro (4,75 miljoen euro x 21%)

Kans 2027

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2021

Actie

We volgen samen met het OV-Bureau de ontwikkelingen rondom zowel kosten als opbrengsten (o.a. reizigersaantallen en de beschikbaarheidsvergoeding) en wat dit betekent voor de financiële resultaten van het OV-Bureau. 

Naam risico  

Agiostorting BV Suikerzijde 

Deelprogramma

1.3 Wonen

Omschrijving

We hanteren het uitgangspunt dat als we een gebiedsontwikkeling vormgeven in een aparte entiteit (lees BV) de BV zelf in staat moet zijn om de eigen risico’s binnen de grondexploitatie hetzij de beschikbare middelen voor de betreffende gebiedsontwikkeling op te vangen. Zelf binnen de eigen grondexploitatie opvangen betekent dat de BV over voldoende buffers moet beschikken. Deze buffers kunnen bestaan uit eigen vermogen, een verwacht batig saldo van de grondexploitatie (contante waarde van de verwachte winst op eindwaarde) of aanwijsbare buffers in ramingen. De beschikbare middelen voor de gebiedsontwikkelingen zijn de middelen die binnen het SIF zijn gereserveerd of bestemmingsreserves voor de betreffende gebiedsontwikkeling. Door de gebiedsontwikkeling in een BV te beleggen verlegt de gemeente een groot deel van de risico’s naar deze aparte entiteit. Op het moment dat de gemeente hetzij eigen, hetzij vreemd vermogen verstrekt aan de BV, loopt de gemeente het risico dat de verstrekte middelen niet terugbetaald kunnen worden. Voor de afdekking van dit risico moet de gemeente inschatten in welke mate er een risicoreservering in het gemeentelijk weerstandsvermogen noodzakelijk is.
De gevraagde kapitaalstorting in de BV Suikerzijde bedraagt 15 miljoen euro. Het Project Suikerzijde kent een omvang van circa 500 miljoen euro. De looptijd is 25 jaar.
Voor bepaling van de benodigde buffer rekenen we met een kans van 25% op niet terugbetaling. Dit betekent dan een benodigde risicobuffer van 25% x 15 miljoen euro = 3,75 miljoen euro.

Risicobedrag 2023

15 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

15 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

15 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

15 miljoen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

incidenteel

1e signaleringsmoment

2023

Actie

We gaan de incidentele vrijval van de structureel beschikbare middelen voor Suikerzijde toevoegen aan een aparte reserve Suikerzijde. Deze reserve tellen we mee met het beschikbaar weerstandsvermogen.

Naam risico  

Sociaal domein

Deelprogramma

3.3 Welzijn gezondheid en zorg

Omschrijving

Met de decentralisatie in 2015 hebben gemeenten een grote verantwoordelijkheden gekregen. De bijbehorende budgetten die over zijn gegaan naar gemeenten schieten echter tekort. De zorgkosten budgetten staan onder druk en daarom zijn op begroting- en rekeningbasis tekorten vaak aangevuld. Met ingang van 2022 heeft het Rijk de budgetten voor jeugdhulp aangevuld. Deze aanvulling wordt de komende jaren grotendeels afgebouwd in verband met maatregelen die opgenomen worden in de Hervormingsagenda Jeugd.

In het risico sociaal domein houden we rekening met een volume risico op zorggebruik (zorggebruik groeit harder dan verwacht) en een aantal specifieke risico's.

Er is sprake van een volume-risico op zorggebruik WMO/jeugd omdat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. We bepalen de omvang van het risico op basis van een aantal groeiscenario’s (5%, 7,5% en 10%). 

Naast het volume-risico houden we rekening met een aantal specifieke risico's. Deze hebben vooral betrekking op (transformatie) maatregelen die moeten leiden tot een besparing op de zorgkosten door een verschuiving van dure naar goedkopere zorg. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden. Naast transformatie risico's houden we ook rekening met een risico dat invoering van het nieuwe verdeelmodel bij de integratie uitkering voor beschermd wonen (die we ontvangen van het Rijk) tot een nadeel voor Groningen kan leiden.  Ten aanzien van de besparingen die voort moeten vloeien uit de al eerder genoemde Hervormingsagenda is ook een risico opgenomen. Een deel van de beoogde besparingen Hervormingsagenda is niet ingeboekt in de begroting, maar de resterende bedragen zijn voor 50 procent als risico verwerkt. 

Voor alle specifieke risico's maken we een inschatting van de omvang van het risico en de kans van optreden. Omdat we in de systematiek van het risico sociaal domein al rekening houden met de kans van optreden nemen we de uitkomst van het risico volledig (kans van optreden 100%) mee bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen.

Risicobedrag 2023

10,0 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

10,4 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

10,6 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

15,2 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

1 maart 2014

Actie

Wij hebben de laatste jaren maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, inkoop, uitvoering en geld.
Ter beheersing van deze problematiek streven wij er naar om door transformatie minder in te hoeven zetten op zwaardere zorg door te investeren in preventie aan de voorkant, de ontwikkeling van (basis) voorzieningen dichtbij, door burgerkracht en door stimuleren van zelf- en samenredzaamheid. Deze op transformatie gerichte beweging is onder meer in gang gezet door een gerichte opdrachtverlening aan Stichting WIJ Groningen, door het in werking stellen van het Gebieds Ondersteunend Netwerk (GON) en een verdere decentralisering van Beschermd Wonen. Meer recent ingezette ontwikkelingen zijn onder andere de aanpak voor multi probleemgezinnen waar spraken is van stapeling van door gemeente verstrekte voorzieningen, de inzet op Ondersteuner Jeugd en Gezin en de vorming van SAMEN.
In al deze verbeterslagen lopen inhoudelijke ambities en financiële doelstellingen samen op. Omdat er nog kansen bleven liggen als gevolg van gebrek aan ambtelijke capaciteit is hier ook in geïnvesteerd. Extra capaciteit was nodig om ontwikkelingen in kaart te brengen, te volgen en concreet om te zetten in zinvolle interventies en maatregelen samen met partners zoals bijvoorbeeld zorgpartijen , de zorgverzekeraar en de RIGG. Ontwikkeling van informatievoorziening maakt hier ook onderdeel vanuit. Dit alles met als doel beter in control te komen op het sociaal domein. De komende jaren vinden er op de meeste trajecten nieuwe aanbestedingen plaats. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheden voor beheersing van de kosten. 

Naam risico  

Exploitatie Groninger Forum

Deelprogramma

03.5 Cultuur

Omschrijving

Het Forum Groningen (verder Forum) is eind 2019 geopend. Voor de exploitatietekorten en aanloopkosten in de eerste 5 jaar (2020-2024) was een bedrag van 3,3 miljoen euro beschikbaar. Dit bedrag was opgebouwd uit 2,3 miljoen euro uit de AR en 1 miljoen euro uit de GREX Oostwand. In de eindcalculatie bouw- en grondexploitatie Grote Markt oostzijde is het bedrag dat voor de risico voorziening exploitatie Forum gereserveerd was verlaagd naar 300 duizend euro. In 2020 is een bedrag van 590 duizend euro aan deze reserve onttrokken. 300 duizend euro voor de cofinanciering van de coronaondersteuning van het Filmfonds en 290 duizend euro voor het exploitatietekort over 2020. Voor 2021 heeft Forum Groningen geen beroep gedaan op deze middelen omdat er door ontvangen coronasteun en lagere kosten een positief resultaat geboekt werd.

In 2022 heeft het Forum een negatief bedrijfsresultaat gerapporteerd van 252 duizend. Dit bedrag is in 2022 onttrokken aan de reserve. In de begroting 2023 van het Forum wordt ook rekening gehouden met een negatief bedrijfsresultaat van 449 duizend. Indien het Forum in 2023 en 2024 een maximaal beroep (449 duizend) doet op de reserve dan resteert er eind 2024 nog 860 duizend.

We zijn met Forum in gesprek om te bepalen of het wenselijk is om de termijn van de inzet van de reserve met twee jaar te verlengen om goed zicht te krijgen op een reguliere exploitatie. Mocht dit noodzakelijk zijn dan zal hierover in de jaarlijkse update over het Forum een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd worden. De verwachting is dat de eventuele kosten hiervan binnen de bestaande reserve gedekt kunnen worden. Alle bouwkundige aanpassingen en knelpunten zijn gedekt. 

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

Kans 2025

Risicobedrag 2026

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Rekening 2014

Actie

Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. 

Naam risico  

Huisvesting LVV doelgroep

Deelprogramma

3.3 Welzijn, gezondheid en zorg

Omschrijving

De gemeente Groningen fungeert als opdracht- en subsidiegever voor de opvang en begeleiding van vreemdelingen zonder recht op opvang of verblijf. De doelgroep werd gehuisvest in het voormalig formule 1 hotel. Deze huisvesting is echter niet langer beschikbaar omdat het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet.
We hebben de opdrachtnemer van de LVV, stichting Inlia Groningen, toestemming gegeven tot het huren van tijdelijke unitbouw voor deze doelgroep voor een periode van vijf jaar. De pilot van LVV eindigt echter ultimo 2022. Er is een toezegging voor de financiering van 2023. Het beleid van het Rijk inclusief de financiële bijdrage van het Rijk na 2023 is nog niet bekend. De LVV gemeenten en de VNG overleggen met het Ministerie van justitie en veiligheid over de besluitvorming na de pilotperiode.
Door het stopzetten van de pilot door het Rijk en de onduidelijkheid over de financiering na 2023, staat de gemeente voor het risico. Het risico bestaat uit een aantal onderdelen:
· Een hogere huurbetaling door een kortere looptijd (535 duizend euro);
· Doorlopen huurperiode bij stopzetten pilot na 31 december 2023 (922 duizend euro);
· Versneld afbetalen investeringskosten (760 duizend euro);
· Verwijderingskosten tijdelijke huisvesting (315 duizend euro).
De Europese subsidie van 390 duizend euro in 2022 is beëindigd. Het Rijk wil nog niet garant staan voor dit bedrag, daarom nemen we het mee in het risico voor 2023. Door de onzekerheid over de financiering na 2023 wordt het risico vanaf 2024 verhoogd met het totale financieringsbedrag van 4,8 miljoen euro. Daarnaast is er nog geen duidelijkheid omtrent de indexatie van de (huur)kosten en evt. meerwerk. Een groter tekort voor 2023 e.v. dreigt.
De kans van optreden schatten we in op 25%. We verwachten dat het Rijk een vervolg zal geven aan de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. 

Risicobedrag 2023

0,4 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

7,8 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

7,5 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

7,3 miljoen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2020

Actie

Overleg met het Rijk over het vervolg na de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. 

Naam risico  

Verzelfstandiging Centrum voor Kunst en Cultuur (CKC) Haren

Deelprogramma

03.5.2 Cultuur beleven

Omschrijving

Het Centrum voor Kunst en Cultuur (CKC) Haren zal in 2023 worden verzelfstandigd. Bij het besluit tot verzelfstandiging is het uitgangspunt geformuleerd dat de basisfinanciering voor deze en de volgende cultuurnotaperiode (dus t/m 2028) is gegarandeerd. Voor de frictiekosten behorende bij de verzelfstandiging zijn bij de begroting 2023 extra middelen ter hoogte van 265 duizend euro beschikbaar gesteld. Er bestaat een risico dat hier bovenop sprake is van onvoorziene exploitatietekorten en/of aanvullende aanloopkosten. Voor de eerste vier jaar (2023-2026) nemen we hiervoor een risico op van jaarlijks 50 duizend euro. Na de periode van 4 jaar verwachten we dat het CKC goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen. 

Risicobedrag 2023

€ 50.000

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

€ 50.000

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

€ 50.000

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

€ 50.000

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2022

Actie

Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. 

Naam risico  

Garantstelling bevrijdingsfestival 2023

Deelprogramma

03.5.1 Culturele infrastructuur

Omschrijving

Bij wijze van uitzondering is voor de editie van 2023 eenmalig een garantie af gegeven aan het bevrijdingsfestival Groningen om tekorten tot maximaal € 150.000,- te dekken indien het slecht weer scenario waarheid wordt. Uw raad is hierover geïnformeerd via de dagmail van 21 februari 2023 en het raadsvoorstel van 8 maart 2023 met kenmerk 78464-2023.
Met het afgeven van de garantstelling is de helft van het risico dat de stichting loopt in het geval van slecht weer op Bevrijdingsdag 2023 afgedicht. Concreet betekent dit dat indien het slecht weer scenario zich voordoet in 2023, wij een aanvullende subsidie verlenen aan het Bevrijdingsfestival Groningen ter hoogte van maximaal € 150.000 te dekken uit de algemene reserve of de post onvoorzien. De andere helft wordt gefinancierd door de provincie Groningen. Het werkelijke bedrag zal worden bepaald op basis van het eindresultaat van het Bevrijdingsfestival 2023. Voor 2024 en verder streven we naar een toekomstbestendige stichting die zelf deze risico's kan afdekken. 

Risicobedrag 2023

€ 150.000

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

€ 0

Kans 2024

0%

Risicobedrag 2025

€ 0

Kans 2025

0%

Risicobedrag 2026

€ 0

Kans 2026

0%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Rekening 2022

Actie

Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. 

Naam risico  

Financiering uitvoering wet BUIG

Deelprogramma

3.1 Werk en Inkomen

Omschrijving

Naar aanleiding van de bekendmaking van het voorlopig budget BUIG 2023 is in oktober 2022 in een collegebrief een geactualiseerd saldo BUIG gepresenteerd. Door ontwikkelingen in het wettelijk minimumloon en ons aandeel in het macrobudget en uitgavenaandeel is er per saldo sprake van een licht positief effect van ongeveer 0,2 miljoen euro per jaar (zie voor een nadere toelichting de collegebrief met kenmerk 550467-2022). Dit geactualiseerde saldo wordt meegenomen bij de ontwerpbegroting 2024.
Bij het opstellen van het financieel perspectief 2023 en verder hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Het Rijk stelt in de gehele periode macro voldoende budget beschikbaar.
2. De uitvoering van het werk- en ontwikkelprogramma leidt tot een verlaging van de uitgaven in 2023 en verder.

We hebben één risico geïnventariseerd:
1. De uitvoering van het werk- en ontwikkelprogramma leidt niet tot een verlaging van de uitgaven.

Wanneer dit risico zich voordoet, verslechtert het financieel perspectief in 2023 met 1,1 miljoen, in 2024 met 1,7 miljoen en vanaf 2025 met 2,2 miljoen structureel. 

Risicobedrag 2023

1,1 miljoen

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

1,7 miljoen

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

2,2 miljoen

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

2,2 miljoen

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

VGR 2014-2 en Begroting 2015.

Actie

Optimaliseren van de sturing op uitvoering van het werkprogramma.

Naam risico  

Energietoeslag aan studenten

Deelprogramma

3.1. Werk en Inkomen

Omschrijving

In de richtlijnen die door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten zijn opgesteld voor de energietoeslag 2022 zijn studenten uitgesloten en ook in de financiering van gemeenten is geen rekening gehouden met deze groep. De gemeente Groningen heeft de richtlijn gevolgd en studenten uitgesloten.

Op het moment van schrijven lopen er rechtszaken tegen de gemeente om alsnog energietoeslag uit te keren aan studenten. Bij rechtszaken van studenten tegen andere gemeenten zijn studenten in het gelijk gesteld dat ze niet uitgesloten mogen worden van de energietoeslag. Het risico bestaat dat de rechtbank in Groningen tot een soortgelijk oordeel komt. In de jaarrekening 2022 is rekening gehouden met minimale scenario waartoe we mogelijk juridisch verplicht zijn. Er bestaat een risico dat dit scenario niet afdoende is. Doordat dit dossier nog volop in ontwikkeling is en ook niet duidelijk is of er nog compensatie volgt vanuit het Rijk, is dit risico op dit moment niet in te schatten. We nemen daarom een pm risico op. 

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

PM

Risicobedrag 2024

N.v.t.

Kans 2024

N.v.t.

Risicobedrag 2025

N.v.t.

Kans 2025

N.v.t.

Risicobedrag 2026

N.v.t.

Kans 2026

N.v.t.

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2022

Actie

Naam risico  

Energieprijsstijging

Deelprogramma

3.1 Wonen

Omschrijving

Wij willen u informeren over de mogelijke prijsstijging voor de energiekosten in relatie tot de huidige marktomstandigheden en de gevolgen die dit heeft voor de gemeente Groningen. Voor 2023 zijn de tarieven vastgelegd waarbij een energiebesparing is ingeboekt van 15% op het gasverbruik en 10% op het elektraverbruik. De praktijk moet uitwijzen of de doorgevoerde maatregelen deze reductie behalen. Daarnaast zijn de energiebelastingen per 2023 verhoogd en zijn de prijzen van warmtestad met 132% verhoogd. De netwerkkosten voor elektra zijn met gemiddeld 28% toegenomen, die voor gas met gemiddeld 20%. Deze effecten waren niet meegenomen in begroting 2023 omdat de begroting 2022 daarvoor als basis gebruikt is. Deze stijgingen maakt dat eerdere prognoses van een verwacht positief resultaat in 2023 onder druk komt te staan.
Een eerste grove indicatie is dat de kosten in 2023 met circa € 700.000 zullen toenemen door hogere netwerkkosten en vooral de enorme verhoging in de Warmtestad tarieven. Daarentegen verwachten we een besparing van ca € 750.000 als we de boogde besparing op gas en elektra weten te realiseren. Waarbij de besparing op elektra lastig te halen is omdat daar het volume jaarlijks ook toeneemt, bijvoorbeeld door laadpalen. Daarom achten we het risico aanwezig dat overall een klein te kort kan ontstaan ten opzichte van de begroting 2023. We verwachten dat dit binnen de bestemmingsreserve in 2023 op te vangen is.  

Voor 2024 moet het volledige volume energie nog in gekocht worden daardoor is het begrotingsjaar 2024 substantieel gevoeliger voor prijsstijgingen. Het is gelet om mondiale ontwikkeling en onzekerheden moeilijk om harde uitspraken te doen over de te verwachten kostenstijgingen. Als we het prijspeil van begin februari 2023 hanteren, waarbij al sprake is van een substantiële verlaging ten opzichte van de tweede helft van 2022, zullen de energiekosten gemeentebreed stijgen met € 8,9 mln. Als we in de verwachting het prijspeil van november 2022 hanteren, dan zullen de kosten gemeentebreed stijgen met circa € 12,8 mln.

De bedragen zijn uiterst indicatief gezien de mondiale ontwikkelingen en de bijbehorende prijsschommelingen in de markt. De volumes voor 2024 kunnen nog niet worden ingekocht omdat de aanbesteding gas en de contractverlening van elektra eerst afgerond moeten worden. Pas wanneer de energieleveranciers voor 2024 ev gecontracteerd zijn, kunnen de volumes worden ingekocht (vast geklikt) en weten we de feitelijke kosten voor 2024 e.v. Voor het opstellen van de begroting 2024-2027 gaan we vooralsnog uit van stijgende energiekosten in een scenario dat het midden houdt tussen de prijzen van november 2022 en die per begin februari 2023. Gezien de grote onzekerheid blijven we de prijsontwikkeling gedurende het begrotingsproces volgen. Na de zomer maken we in september een actuele inschatting ten aanzien van de prijsontwikkeling. Hierdoor kunnen we per 2024 een zo actueel mogelijke inschatting van de structurele energielasten opnemen in de begroting. Het risico dat de prijzen per 2025 stijgen naar het niveau van november 2022 schatten we in op 1,8 miljoen euro waarbij we ervan uitgaan dat hiervan 40% kan worden doorgelegd naar derden waardoor het netto risico 1 miljoen euro bedraagt met een kans van 50%. Dit risico nemen we structureel op.

Risicobedrag 2023

Incidenteel op te vangen met bestemmingsreserve

Kans 2023

-

Risicobedrag 2024

0

Kans 2024

-

Risicobedrag 2025

1 miljoen euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

1 miljoen euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

2023-2024

Actie

Volgen ontwikkelingen op de energiemarkt en optimaliseren contractposities tbv inkoop elektriciteit en gas. De aanbesteding gas en de contractverlenging elektriciteit zo snel mogelijk afronden, dan kan er geklikt worden op een zo gunstig mogelijk moment.

Naam risico  

Opgaven Vastgoedbedrijf

Deelprogramma

Diverse

Omschrijving

Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaren. De leeftijd van de vastgoedvoorraad brengt voor de toekomst forse vernieuwing- verduurzaming- en moderniseringsopgaven met zich mee. Dit vraagt heldere koersbepaling op programmaniveau. Van een aantal programma’s is de koers al bepaald, dan wel wordt dit voorbereid. Het Scholenprogramma Gro Up is hiervan een voorbeeld en het Integraal Accommodatieplan Bewegingsonderwijs en Binnensport. Andere plannen waaraan gewerkt wordt zijn bijvoorbeeld het Accommodatieplan Welzijn (DMO), een Strategische huisvestingsvisie voor het Kernvastgoed (SSC/FSH) en een huisvestingsvisie voor de Wijkposten van Stadsbeheer. De projectmatige uitvoering van nieuw- en verbouw is belegd bij het Vastgoedbedrijf.

De genoemde vernieuwing- en moderniseringsopgaven zijn gelet op de gebouwleeftijd, de dynamiek van de achterliggende (beleids-)programma’s en veranderende gebruikers(wensen) noodzakelijk en leiden tot forse financiële opgaven voor de toekomst. Voor vernieuwing en modernisering wordt niet structureel gespaard binnen de gemeente. De gereserveerde middelen voor beheer en onderhoud zijn gericht op instandhouding en beheer en onderhoud ‘as is’, uitgaande van het meest kosten efficiënte onderhoudsniveau (NEN niveau 3).

De leeftijd van de vastgoedportefeuille levert spanning op in relatie tot hedendaagse  eisen qua functionaliteit en bedrijfsvoering. Daarnaast leidt de leeftijd van de panden tot  kwetsbaarheid in relatie tot veranderende regelgeving. De eisen ten aanzien van bijvoorbeeld verduurzaming, binnenklimaat, toegankelijkheid en ARBO zullen blijvend veranderen (en toenemen), waardoor investeringen in de gemeentelijke gebouwen noodzakelijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn de label C verplichting voor kantoren en de verplichte EML maatregelen op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

De verduurzamingsambities- en normstellingen werken als katalysator voor de al forse opgave voortvloeiend uit de leeftijd van de gebouwen (levenscyclus vastgoed). Waar in het verleden een gebouw upgrade of modernisering nog strikt vanuit levensduurverlenging, functionaliteit of techniek kon worden benaderd, leidt de combinatie met de verduurzamingsopgave veelal tot een volledige nieuwbouw of renovatieopgave.

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

PM

Kans 2025

Risicobedrag 2026

PM

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Specifieke uitkering stimulering Sport BTW (SPUK BTW)

Deelprogramma

3.4 Sport en bewegen

Omschrijving

Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel.
Gemeenten hebben in 2022 een voorschot van 73,63% van de aanvraag uitgekeerd gekregen ondanks dat het budget iets naar boven is bijgesteld in 2022. De definitieve afrekening 2021 volgt pas eind 2023. Voor de Gemeente Groningen is er op basis van de huidige verhouding (aanvragen versus budget) ten opzichte van de aanvraag 2022 een nadeel van circa 0,9 miljoen euro (onze aanvraag was circa 3,4 miljoen euro). Een deel van dit nadeel leidt tot hogere investeringslasten (circa 36%) en daarmee tot een nadeel in de toekomst, het resterende deel leidt tot een direct nadeel in de gemeentelijke begroting (580 duizend euro).
De kans bestaat dat er door de gemeenten wordt overvraagd en dat de werkelijke verdeling na indienen van de jaarrekeningcijfers anders uitpakt. Voor zowel 2019 als ook 2020 was de declaratie Groningen uiteindelijk lager dan de aanvraag en is geheel gehonoreerd. Het risico heeft zich in 2019 en 2020 dus niet echt voorgedaan. We houden rekening met een kans van 25%. Het is nog lastig in te schatten of het structureel is. Vooralsnog gaan we uit van incidenteel. De regeling loopt tot en met 2023 (5 jaar).

Risicobedrag 2023

580 duizend euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

580 duizend euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

580 duizend euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

580 duizend euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2020

Actie

We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau.

Naam risico  

Fiscale risico's

Deelprogramma

Alle

Omschrijving

Vennootschapsbelasting (VPB).
De aangiften over de jaren 2016-2020 zijn ingediend. Op de onderwerpen reclameopbrengsten en parkeeropbrengsten wijkt het standpunt van de belastingdienst af van de gemeente Groningen. In een aantal lopende procedures hebben een aantal rechtbanken de belastingdienst in het gelijk gesteld en één rechtbank heeft een gemeente in het gelijk gesteld. Onzeker is wat de uitkomst van de bezwaar- en/of beroepsprocedure zal zijn die met het indienen van bezwaarschriften tegen de opgelegde aanslagen is gestart.  
Boekenonderzoek.
De belastingdienst controleert over het jaar 2018 de volledigheid en juistheid van de aangifte loonbelasting, omzetbelasting en opgaaf BTW-Compensatiefonds van de gemeente Groningen, inclusief Iederz. De looncontrole is inmiddels afgerond met een minimale naheffing conform de uitkomst van het onderzoek, verhoogd met een verzuimboete.We verwachten dat de belastingdienst de uitkomsten van de andere onderzoeken zal gaan extrapoleren naar de jaren 2016 en 2017. Een deel van de bevindingen van de belastingdienst is inmiddels met de gemeente gedeeld. Over die uitkomsten is bezwaar aangetekend, hier vindt overleg met de belastingdienst over plaats. 

Risicobedrag 2023

p.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

p.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

p.m.

Kans 2025

Risicobedrag 2026

p.m.

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Divers

Actie

Naam risico  

Gemeentefonds

Deelprogramma

04.3 Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is in ieder geval t/m 2025 gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Het volumeaccres voor 2022 t/m 2025 is in overleg met het Rijk bevroren op de standen van de meicirculaire 2022. Daarmee wordt het accres alleen nog bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen. Voor 2026 is in het regeerakkoord eenzijdig besloten een vast volumeaccres van 1 miljard euro beschikbaar te stellen voor gemeenten, provincies en het BTW compensatiefonds samen. Bij de septembercirculaire 2022 is nog eens 1 miljard beschikbaar gesteld. Ook dit accres wordt slechts bijgesteld voor loon- en prijsontwikkelingen. Het lage accres vanaf 2026 hangt samen met de voorgenomen verruiming/herziening van het belastinggebied van gemeenten en provincies.
Met het kabinet moeten nog afspraken worden gemaakt over de te hanteren normeringssystematiek. Hiervoor zullen verschillende varianten worden verkend en beoordeeld alvorens hierover nieuwe afspraken worden gemaakt.
De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2022. De omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2022 ruim 40 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting.
Vanaf 2023 wordt een nieuw verdeelmodel voor het gemeentefonds gehanteerd. Het herverdeeleffect is gemaximeerd tot €7,50/inwoner in 2023 en €15,00/inwoner in zowel 2024 als 2025. Voor gemeenten met een slechte financiële positie en/of lage sociaaleconomische structuur (SES) geldt nog een aanvullende compensatie op dit ingroeipad. Nader onderzoek moet leiden tot verbeteringen in het verdeelmodel voordat vanaf 2026 verder gegaan kan worden met het ingroeipad. De gemeente Groningen komt positief uit het nieuwe verdeelmodel.
De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds.  Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming.
Wij vinden het reëel om meerjarig een verwachte bate in de begroting op te nemen als gevolg van mogelijke ruimte onder het BCF plafond. Daarom is in de begroting 2023 structureel rekening gehouden met 5,0 miljoen euro onderuitputting. Dat is de realisatie over 2021 die in de meicirculaire 2022 (335,4 miljoen euro) is opgenomen en dan het aandeel van de gemeente Groningen daarin (1,5%). Hiermee sluiten we aan bij de richtlijnen van de meicirculaire 2022. Jaarlijks wordt aan de hand van de informatie in de meicirculaire de structurele ruimte door onderuitputting geactualiseerd.

Risicobedrag 2023

We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 34,8 miljoen euro (naar boven of naar beneden). 

Kans 2023

We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit.

Risicobedrag 2024

Zie 2023

Kans 2024

Zie 2023

Risicobedrag 2025

Zie 2023

Kans 2025

Zie 2023

Risicobedrag 2026

Zie 2023

Kans 2026

Zie 2023

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

1995

Actie

Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen.

Naam risico  

Verstrekte leningen en garanties

Deelprogramma

Divers

Omschrijving

Algemeen
In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld en gewaardeerd.
In dit risico zijn alle verstrekte leningen en garanties opgenomen, met uitzondering van de leningen verstrekt aan Warmtestad en aan Meerstad. De risico’s daarvan zijn meegenomen in respectievelijk het risico Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV en het risico Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties).

Leningen Euroborg
Euroborg NV heeft één huurder voor haar stadion, waardoor het risico bestaat dat Euroborg NV niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen richting de gemeente Groningen. De omvang van het risico is gebaseerd op de restant-hoofdsom van de leningen van de gemeente aan Euroborg NV verminderd met de taxatiewaarde. Begin 2023 bedraagt het risico van de stadionleningen 6,6 miljoen euro. Rekening houdend met een kans van 25% komt de hiervoor benodigde reservering in het weerstandsvermogen uit op 1,7 miljoen euro.
We hebben een lening verstrekt aan de NV Euroborg voor het realiseren van het Topsportzorgcentrum (TsZC). Bij het realisatiebesluit TsZC hebben we aangegeven dat deze lening niet leidt tot een noodzaak het gemeentelijk weerstandsvermogen aan te vullen. De omvang van de lening is niet hoger dan de executiewaarde (= 70% van de investeringssom). Gezien de courantheid van het gebouw en de langjarige huurcontracten met onder andere VNO-NCW/MKB-Noord, geven ook de actuele ontwikkelingen geen aanleiding om voor deze lening weerstandsvermogen aan te houden.

Lening Enexis
In 2020 is een converteerbare hybride lening verstrekt aan Enexis van 6,0 miljoen euro. Zoals aangegeven in de brief aan uw raad van 20 mei 2020, zijn wij in verband met het gunstige risicoprofiel van Enexis (een triple A-nutsbedrijf) uitgegaan van een relatief lage reservering in het weerstandsvermogen van 2,5 % van het leningbedrag, oftewel 150 duizend euro.

Lening Stichting Ebbingehof
Om de realisatie van sociale huurwoningen in het complex Ebbingehof mogelijk te maken heeft de gemeente in 2020 een lening van 3 miljoen euro verstrekt aan Stichting Ebbingehof. In verband met het relatief lage projectrisico zijn we uitgegaan van een reservering in het weerstandsvermogen van 4 % van het leningbedrag, een bedrag van 120 duizend euro. Dit is nader toegelicht in onze brief aan uw raad van 4 maart 2020.

Verstrekte garantie en leningen voormalige gemeente Haren
De gemeente heeft in het verleden een garantie afgegeven op een door de gemeente overgedragen leningenportefeuille met een geschatte stand per begin 2023 van circa 2,0 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeente nog twee geldleningen uitstaan met een totaal restantbedrag van 0,7 miljoen euro per begin 2023. Bij het bepalen van het risico houden we rekening met een kans van optreden van 10%. Het risico komt hiermee op 0,3 miljoen euro.

Verstrekte garantie Biblionet
De gemeente heeft een garantie verstrekt aan de Stichting Biblionet. Voor het bepalen van de omvang van het risico houden we rekening met de omvang van de verstrekte garantie van 0,8 miljoen euro en een kans van 25%. Het risico komt hiermee op 0,2 miljoen euro.

De omvang van het (maximale) risico gerelateerd aan genoemde leningen en garanties waarvoor we weerstandsvermogen aanhouden bedraagt aan het begin van 2023 19,2 miljoen euro. Rekening houdend met de kansen van optreden houden we rekening met een risico in 2023 van 2,4 miljoen euro. Door aflossingen neemt dit in de jaren daarna met circa 0,1 miljoen euro per jaar af.

Risicobedrag 2023

2,4 miljoen euro

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

2,3 miljoen euro

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

2,2 miljoen euro

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

2,1 miljoen euro

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Incidenteel

1e signaleringsmoment

rekening 2006

Actie

Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug.
Als enig aandeelhouder van de Euroborg NV monitoren wij de NV. Daarnaast houden we toezicht op de financiële situatie bij de huurder van het stadion (FC Groningen). Hiertoe bespreken we de stand van zaken regelmatig met de directie van FC Groningen. Voor alle uitgezette leningen en afgegeven garanties bewaken we de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Dit doen we bijvoorbeeld door checks op hun financiële kengetallen. 

Naam risico  

Renterisico

Deelprogramma

4.3 Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. Bij het bepalen van deze rentevisie baseren wij ons onder andere op de informatie van een onafhankelijk bureau dat van dag tot dag marktinformatie en prognoses met betrekking tot de geld- en kapitaalmarkt verzamelt. In onze rentevisie, die wij verkort publiceren in de paragraaf Financiering in de begroting, kijken wij ongeveer een jaar vooruit. Het risico is dat de rentepercentages in werkelijkheid hoger liggen dan waar in de begroting rekening mee is gehouden en dat de rentelasten daardoor tegenvallen ten opzichte van de begroting. Dit komt dan tot uiting in de jaarrekening. Voor een uitvoerige toelichting op de specifieke ontwikkelingen in 2022 verwijzen wij naar de paragraaf Financiering.
Sinds het begin van 2022 zijn de ontwikkelingen op de kapitaalmarkt uitzonderlijk: sinds het begin van 2022 is sprake geweest van een scherpe rentestijging. Dit hebben wij vertaald in onze rentevisie en in de verwachte rentepercentages op nieuw aan te trekken leningen in de begroting 2023. We zijn voor de berekening van de rentelasten in de begroting 2023 uitgegaan van 2 % op nieuw aan te trekken langlopende leningen en hebben rekening gehouden met het risico van een 1 % hogere rente. Daarvoor hebben wij een reservering in het (benodigde) weerstandsvermogen opgenomen. Inmiddels is duidelijk dat het risico van hogere rentes zich voordoet in 2023. In de voortgangsrapportages in 2023 gaan we in op de daadwerkelijke financiële effecten die daaruit voortvloeien. Daarbij houden we niet alleen rekening met prijseffecten (rentepercentages), maar ook met de effecten van (van de begroting) afwijkende financieringsvolumes. Voor het financieel meerjarenbeeld 2024-2027 zijn wij uitgegaan van een geactualiseerde rentevisie. We verwachten voor de jaren 2024 en verder een rente op nieuwe leningen van 3 %. Daarnaast houden wij rekening met een scenario waarbij de rente op nieuwe leningen vanaf 2024 1 % hoger ligt, dus op 4 %. Aan de hand van dat scenario hebben we onderstaande bedragen van het renterisico vanaf 2024 berekend. 

Risicobedrag 2023

0,9 miljoen euro

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

3,8 miljoen euro

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

4,5 miljoen euro

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

5,5 miljoen euro

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel 

1e signaleringsmoment

Doorlopend

Actie

De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. In de voortgangsrapportages nemen wij verwachte voor- en nadelen op die het gevolg zijn van tussentijdse ontwikkelingen.

Naam risico  

Verzekeringen

Deelprogramma

4.3 Algemene inkomsten en post onvoorzien

Omschrijving

Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, computer en motorrijtuigen (Casco deel).
Verzekerbaarheid van risico’s staat onder druk. Premies stijgen en verzekeringsvoorwaarden worden aangescherpt. Naast de invloeden van de markt staan de premies ook onder druk door de sterk oplopende inflatie. Dit heeft invloed op de premies zelf maar ook op de premiegrondslag. De herbouwaarde van onze vastgoed portefeuille stijgt namelijk ook hard. Oorzaken:
-              Gestegen schadelast
-              Minder concurrentie, verzekeraars trekken zich terug of fuseren
-              Solvency II eisen waaraan verzekeraars moeten voldoen
-              Verduurzamingsopgave vastgoed i.r.t. bestaande bouwconstructies

Risicobedrag 2023

p.m.

Kans 2023

Risicobedrag 2024

p.m.

Kans 2024

Risicobedrag 2025

p.m.

Kans 2025

Risicobedrag 2026

p.m.

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

 Structureel

1e signaleringsmoment

Begroting 2021

Actie

Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt.

Naam risico  

Voorziening wachtgelden en pensioen wethouders

Deelprogramma

04.2.1 College en Raad

Omschrijving

De voorziening voor de wachtgelden voor wethouders is moeilijk in te schatten. Dit is afhankelijk van de periode dat oud-wethouders recht hebben op wachtgeld, een nieuwe baan of de pensioengerechtigde leeftijd. Omdat er een nieuw college gevormd is, is het risico op een dotatie groter doordat één of meerdere wethouders kunnen aftreden. In de begroting is jaarlijks uitgegaan van 100 duizend euro dotatie aan de voorziening.
Jaarlijks wordt aan het eind van het jaar met hulp van externe dienstverleners op het gebied van pensioenverzekeringen bepaald wat de benodigde pensioenvoorziening voor (oud-) wethouders moet zijn. Het verschil tussen het benodigde en opgebouwde tegoed wordt uit de exploitatie aangezuiverd. Hiervoor is 300 duizend euro opgenomen in de begroting. Pas aan het eind van het jaar is te bepalen of dit wel of niet voldoende is.

Risicobedrag 2023

pm

Kans 2023

50%

Risicobedrag 2024

pm

Kans 2024

50%

Risicobedrag 2025

pm

Kans 2025

50%

Risicobedrag 2026

pm

Kans 2026

50%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Nvt

Actie

Nvt

Naam risico  

Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050) en Zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer)

Deelprogramma

2.1 en 3.4 Kwaliteit Leefomgeving /Sport en Bewegen/ Cultuur

Omschrijving

We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort/ Stadsschouwburg (SPOT) en Sport050 en bij de zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer). 
Een deel van de inkomsten van de directie SPOT is afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 15% van de omzet van circa 9,6 miljoen euro voor SPOT, dit in inclusief het risico op de bedrijfsvoering SPOT door Corona.
Sport050 kent een afhankelijkheid van de economische conjunctuur en het weer. Wij houden rekening met een specifiek bedrijfsrisico ter hoogte van circa 15% van de tarief-gerelateerde omzet. Dit in inclusief het risico op de bedrijfsvoering van Sport050 door Corona. Die verwachte omzet is circa 7,6 miljoen euro.
We houden rekening met een risico bij de zakelijke dienstverlening (Stadsbeheer). De inkomsten zakelijke dienstverlening (bedrijfsafval, klein gevaarlijk afval, commerciële straatreiniging en onderhoud en reparaties derden, verkoop brandstof en leasen) zijn deels afhankelijk van de economische conjunctuur en andere externe factoren. Wij houden rekening met een bedrijfsrisico van 10% van de omzet van circa 12,2 miljoen euro.

Risicobedrag 2023

3,8 miljoen euro

Kans 2023

25%

Risicobedrag 2024

3,8 miljoen euro

Kans 2024

25%

Risicobedrag 2025

3,8 miljoen euro

Kans 2025

25%

Risicobedrag 2026

3,8 miljoen euro

Kans 2026

25%

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Actie

Naam risico  

Niet halen bezuinigingen

Deelprogramma 

Omschrijving

Bij voorgaande en de huidige begroting zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel en nog te realiseren bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een incidenteel risico van 3,9 miljoen euro in 2023 aflopend naar 3,7 miljoen euro vanaf 2026 en een structureel risico van 0,8 miljoen euro per 2023. Bij het bepalen van het risico is per maatregel rekening gehouden met de kans van optreden. Voor de bepaling van het benodigd weerstandsvermogen wordt de uitkomst daarom volledig (=100%) meegenomen. 

Risicobedrag 2023

3,9 miljoen euro incidenteel

0,8 miljoen euro structureel

Kans 2023

100%

Risicobedrag 2024

4,1 miljoen euro incidenteel

0,8 miljoen euro structureel

Kans 2024

100%

Risicobedrag 2025

3,9 miljoen euro incidenteel

0,8 miljoen euro structureel

Kans 2025

100%

Risicobedrag 2026

3,7 miljoen euro incidenteel

0,8 miljoen euro structureel

Kans 2026

100%

Structureel/Incidenteel

Structureel / Incidenteel

1e signaleringsmoment

Begroting 2014

Actie

We sturen actief op realisatie van de maatregelen.

Naam risico  

Vervanging rioolpersleiding Aanpak Ring Zuid (ARZ)

Deelprogramma 

Kwaliteit Leefomgeving

Omschrijving

Langs het gehele traject van de ARZ ligt een belangrijke rioolpersleiding. Ten behoeve van de ARZ is deze rioolpersleiding grotendeels verlegd. Een gedeelte van deze persleiding (kruising onder A28) is niet verlegd. Door de werkzaamheden in het kader van de ARZ treden mogelijk zettingen (verzakkingen) op waardoor schade aan de verlegde en niet verlegde persleiding kan ontstaan. Vanuit het project zijn beperkte aanvullende maatregelen getroffen om de zettingen zoveel mogelijk te beperken en is een monitoringsplan opgesteld zodat ingrijpen mogelijk is als daar aanleiding toe is. Tijdens de werkzaamheden in het kader van ARZ is al een aantal keer de rioolpersleiding beschadigd, waardoor er herstelwerkzaamheden moesten worden uitgevoerd. Als een schade ontstaat aan de rioolpersleiding onder de kruising van de A28 dan zal reparatie daarvan leiden tot langdurige stremmingen. Er is weliswaar een monitoringssysteem aangebracht, maar dat neemt het risico niet weg dat een gedeelte van de leidingen na de oplevering van de Zuidelijke Ringweg mogelijk moet worden vervangen. We bereiden ons voor op mogelijke vervanging van de persleiding en treffen de juridische voorbereidingen in verband met (mogelijke) aansprakelijkheidsstelling. Een inschatting van het risicobedrag is derhalve op dit moment nog niet te geven.

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

PM

Kans 2025

Risicobedrag 2026

PM

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2022 daarvoor als ontwikkeling opgenomen.

Actie

Zie omschrijving.

Naam risico  

Prijsstijgingen

Deelprogramma 

Alle

Omschrijving

De laatste jaren zien we een forse marktdruk. Bij aanbestedingen zien we forse prijsstijgingen en tevens druk op de beschikbare capaciteit in de markt, wat zich ook vertaalt naar afname van inschrijvers. Dit leidt tot hogere inschrijfsommen en onzekerheden in de prijsvorming. De stijging van de kosten heeft impact op nieuwe investeringen en de kosten van beheer en onderhoud. Hogere investeringen leiden tot hogere kosten van rente en afschrijvingen en worden via het investeringskrediet verwerkt in de meerjarenraming. De hogere kosten beheer en onderhoud heeft structureel impact op de exploitatie. De energieprijsstijging is hier onderdeel van maar door de omvang hiervan als een apart risico opgenomen. Prijsstijging wordt in beginsel opgevangen door de nominale prijscompensatie. De nominale compensatie wordt over een verhouding van 80% loon en 20% prijs in een percentage bepaald op basis van een inschatting van het CPB voor de ontwikkeling van lonen (prijs overheidsconsumptie: beloning werknemers) en de ontwikkeling van prijzen (imoc). De verwachting is dat in 2023 meer inzicht wordt verkregen in de omvang van de netto prijsstijging en dat het effect zoveel als mogelijk meegenomen wordt bij het opstellen van de begroting 2024.

Risicobedrag 2023

PM

Kans 2023

Risicobedrag 2024

PM

Kans 2024

Risicobedrag 2025

PM

Kans 2025

Risicobedrag 2026

PM

Kans 2026

Structureel/Incidenteel

Structureel

1e signaleringsmoment

Jaarrekening 2022 daarvoor als ontwikkeling opgenomen.

Actie

Monitoren van prijsontwikkelingen en betrekken bij het opstellen van de begroting.

Deze pagina is gebouwd op 07/13/2023 11:52:08 met de export van 07/13/2023 11:43:16