Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de uitvoering van onze taken worden we geconfronteerd met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben voor de gemeente. De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de gemeente is door de risico’s af te zetten tegen de mogelijkheden om de risico’s op te kunnen vangen.
Voor de beoordeling van het weerstandsvermogen kijken we naar de verhouding tussen risico’s en beschikbaar weerstandsvermogen, naar de omvang van de reserves (Algemene reserve/reserve Grondzaken) en naar de ontwikkeling van de financiële kengetallen. We doen dit voor een periode van vier jaar (dynamisch weerstandsvermogen).
De ratio weerstandsvermogen in 2023 komt uit op 137%. In de jaren daarna loopt deze op tot 141% in 2025. Vanaf 2026 verwachten wij een structureel tekort. Dit zorgt voor een daling van de ratio weerstandsvermogen vanaf 2026. Ten opzichte van de begroting 2023 verbetert de ratio weerstandsvermogen in 2023 en 2024. Daarna komt de ratio weerstandsvermogen lager uit dan in de begroting 2023. Dit komt omdat het voordelige begrotingssaldo voor de jaren 2024 en 2025 in de begroting 2023 is toegevoegd aan de Algemene reserve. Dit doen we nu niet meer. De saldo’s in de jaren 2024-2026 worden betrokken bij het opstellen van de begroting 2024 en zitten nu niet meer in het beschikbaar weerstandsvermogen.
Het weerstandsvermogen is gebaseerd op een groot aantal inschattingen bij het bepalen van het benodigd en beschikbaar weerstandsvermogen. Voor een objectieve beoordeling van de financiële situatie van de gemeente kijken we ook naar financiële kengetallen. De kengetallen netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) en de solvabiliteit zijn gebaseerd op de omvang van de schulden en het eigen vermogen. De netto schuldquote in de jaarrekening 2022 is 127,3% en de solvabiliteit is 8,9%. De solvabiliteit zit onder onze eigen streefwaarde van 20% en is in vergelijking met andere gemeenten laag. Voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%. Volgens het meerjarenoverzicht zal in 2025 de solvabiliteit 9,8% en in 2026 10,3% zijn.
Voor 2023 en verder zien we grote investeringen op ons af komen voor onder andere de energietransitie, nieuwe gebiedsontwikkelingen, onderwijshuisvesting en de vervanging van maatschappelijk vastgoed, waaronder een nieuw muziekcentrum. Dat betekent een toename van de risico’s op verschillende fronten en een grote toename van nieuw aan te trekken leningen. Deze ontwikkelingen zijn nog niet zichtbaar in de financiële kengetallen. Door de toename van leningen zal de solvabiliteit dalen.