Relevante ontwikkelingen
In de aanloop naar 2022, van januari tot eind april 2021 en van 19 december 2021 tot halverwege januari 2022, gold er in Nederland nog een harde lockdown. In maart 2022 vervielen de laatste beperkende coronamaatregelen. En opnieuw werd duidelijk dat voorspellen moeilijk is. Waar velen in 2021 en 2022 nog op een naderende recessie rekenden ten gevolge van hoge energiekosten, indirecte prijsstijgingen, personeelstekorten, geopolitieke onrust en renteverhogingen, heeft Nederland zich in 2022 gepresenteerd als één van de Europese koplopers met een economische groei van 4,5% (CBS, 14 februari 2023). De consumentenbestedingen waren een belangrijke aanjager van deze groei. Nederlanders zijn minder gaan sparen en een aantal sectoren kende een forse inhaalvraag na de corona-jaren (cultuur en recreatie, horeca, reizen). De groei werd ook breed gedragen door andere sectoren van de economie, zoals de bouw. Overigens zijn daarmee niet al die sectoren weer terug op het pre-corona niveau. Niet alle huishoudens en bedrijven profiteren in gelijke mate van de economische omstandigheden.
Ook in Groningen werd in 2022 een beroep gedaan op weerbaarheid en wendbaarheid van huishoudens en bedrijven. Bedrijven die tijdens Corona gebruik maakten van diverse rijksregelingen moesten (delen daarvan) vanaf oktober in termijnen gaan terugbetalen. Veel bedrijven kampten tegelijkertijd met serieuze personeelstekorten en met prijsstijgingen voor inkoop en energie. Ondanks al deze uitdagingen bleef het aantal bedrijfsopheffingen met als oorzaak ‘faillissement’ laag. Wel besloten sommige ondernemers zelf hun bedrijfsactiviteiten te beëindigen. Het resultaat van beëindiging van Corona-maatregelen was een forse stijging van het aantal banen en ingeleende uitzendkrachten in Groningen met meer dan 7.500 tot bijna 170.000 (peildatum 1 april 2022). Sinds 2016 is het aantal banen toegenomen met 26.000, waar eerdere voorspellingen uitgingen van een groei van 15.000 banen tussen 2016 en 2030! Nog nooit telde de gemeente zoveel banen en de arbeidsmarkt wordt door UWV gekwalificeerd als ‘krap’ door het grote aantal uitstaande vacatures ten opzichte van het beschikbare arbeidsaanbod. De lange termijn ontwikkeling richting relatief schaarse arbeid, als gevolg van ontgroening en vergrijzing, is tijdens corona erg zichtbaar geworden.
Het groeiend aantal inwoners en de toenemende werkgelegenheid zorgen -naast de woningbouwopgave- voor een groeiende vraag naar voorzieningen en het huisvesten van werk en bedrijvigheid. We dreigen in Groningen echter tegen de fysieke grenzen voor economische bedrijvigheid aan te lopen. De beschikbaarheid van bedrijf- en kantoorruimte is verder onder druk komen te staan. De leegstand is verder gedaald naar onder het frictieniveau: 3,5% van de kantoorvoorraad en 1,5% van het bedrijfsvastgoed. Ook het beschikbare aanbod bedrijfskavels is verder afgenomen. Eind 2022 is nog 61,6 hectare beschikbaar, waarvan slechts 11,8 hectare voor regulier midden- en kleinbedrijf. De overige voorraad is voor grote bovenregionale bedrijvigheid (Westpoort) en innovatieve bedrijvigheid (Zernike campus).
Onze economie heeft zich sinds de laatste marktanalyse bedrijventerreinen en kantoren (2018) boven het hoogste scenario ontwikkeld. Dit geldt ook voor omliggende gemeenten. Bedrijven ondervinden problemen om uit te breiden of om zich te vestigen op hun voorkeurslocatie.
Zoals hierboven geschetst, kunnen we met elkaar constateren dat de invloed van de coronacrisis de afgelopen jaren enorm is geweest. Na perioden van lockdowns en onstuimige groei van webshops toonde de fysieke winkelmarkt een stevig herstel in 2022. Intussen is de binnenstad weer net zo druk als pre-corona en is de leegstand in commercieel vastgoed historisch laag te noemen: deze daalde in onze gemeente van 6,5% in 2020 naar 2,8% in 2022. Een dergelijk lage leegstand is niet per se een goede ontwikkeling; een zekere mate van leegstand (frictieleegstand) van 4 á 5% is gewenst. Deze ontwikkeling staat in schril contrast met de voorspelling dat de leegstand in onze binnenstad zou oplopen tot 22,9% tussen 2020 en 2022 (PBL en Locatus, 2020). Hoewel hier zeker ook verschillende winkels verdwenen zijn, zijn de panden veelal weer ingevuld met (dag)horeca. Als gevolg van deze ontwikkeling is de druk op het commerciële vastgoed hoog. Deze situatie is in lijn met de verwachting dat in de grote steden opnieuw een situatie van schaarste zal ontstaan (Syntrus Achmea, Bureau Stedelijke Planning) waardoor de prijzen van onroerend goed (weer) opgedreven worden. Evenwel is duidelijk geworden dat voorspellen in deze dynamische wereld complex is. Dat vraagt balanceren van ons: een bestendige vaste koers aanhouden terwijl we veerkracht moeten tonen om te kunnen inspelen op actuele ontwikkelingen.