Deelprogramma 3.3: Welzijn, gezondheid en zorg

Financiën

Wat heeft het gekost?

In dit onderdeel geven wij per beleidsveld een toelichting op de afwijking in de baten en de lasten > 250 duizend euro.

Deelprogramma
(bedragen x 1.000 euro)

Primitieve begroting

Actuele begroting

Rekening 2022

Verschil

Lasten

03.3 Welzijn, gezondheid en zorg

283.491

329.443

315.110

14.333

03.3.1 Stimulering samenlevingsopbouw

17.892

22.362

19.409

2.953

03.3.2 Publieke gezondheidszorg

8.285

9.021

9.193

-172

03.3.3 Passende ondersteuning

229.497

243.335

243.808

-473

03.3.4 Zorg en veiligheid

27.816

54.725

42.700

12.025

Totaal Lasten

283.491

329.443

315.110

14.333

Baten

03.3 Welzijn, gezondheid en zorg

8.072

20.888

21.801

914

03.3.1 Stimulering samenlevingsopbouw

1.527

1.694

2.362

668

03.3.2 Publieke gezondheidszorg

10

319

359

40

03.3.3 Passende ondersteuning

5.163

6.997

6.733

-263

03.3.4 Zorg en veiligheid

1.373

11.878

12.347

469

Totaal Baten

8.072

20.888

21.801

914

Totaal Saldo voor bestemming

275.418

308.555

293.308

15.247

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

2811

3.015

3.015

0

Totaal onttrekkingen

2.776

2.487

2.487

0

Totaal saldo na bestemming

275.454

309.083

293.837

15.246

Financiële toelichting

3.3.1 Stimulering samenlevingsopbouw

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

2.953

668

3.621

Noodpakket energie kosten en inflatie - sociale basis en bedrijven (V 3,0 miljoen euro)
In het raadsvoorstel "Noodpakket energiekosten en inflatie" van 20 oktober 2022 met kenmerk 544202-2022 heeft uw raad besloten voor het noodpakket energiekosten en inflatie een budget van 14,1 miljoen te beschikking te stellen. Onderdeel van het pakket was een budget van 3 miljoen voor sociale basis en bedrijven. Doordat de regeling hiervoor eind 2022 is opengezet  is op dit onderdeel  in dit deelprogramma per saldo een voordeel van 3,0 miljoen euro ontstaan. Deze inzet wordt voorgezet in 2023.

Onderzoek en ontwikkelingsbudget (V 123 duizend euro)
Een deel van het onderzoek- en ontwikkelingsbudget voor het accommodatiebeleid en maatschappelijk vastgoed is incidenteel niet besteed. Enerzijds doordat niet alle geplande onderzoeken geheel in 2022 konden worden afgerond en anderzijds doordat de onderzoekskosten van de uitgevoerde onderzoeken lager zijn uitgevallen dan verwacht.

Corona ondersteuning sociaal culturele organisaties (V 45 duizend euro)
Het rijk heeft in 2020 en 2021 incidenteel bedragen beschikbaar gesteld ter ondersteuning van de sociaal culturele accommodaties. Per brief van 9 februari 2022 met kenmerk 48057-2022 hebben wij uw raad geïnformeerd over de corona-ondersteuningsregeling 'Tijdelijke herstart-subsidieregeling dorps- en buurthuizen COVID-19'. Hierbij hebben wij u ook geïnformeerd over een budget voor het ondersteunen van organisaties in acute liquide problemen. In 2022 hebben wij geen aanvragen voor dit budget ontvangen. Dit geeft in 2022 een voordeel van 45 duizend euro.

Subsidies Positief opgroeien (V 121 duizend)
We hebben naar aanleiding van de definitieve vaststelling van subsidies positief opgroeien 121 duizend euro over voorgaande jaren en over 2022 terug ontvangen.

Overige verschillen (V 332 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 332 duizend euro.

3.3.2 Publieke gezondheidszorg

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

-172

40

-132

Oekraïense vluchtelingenkinderen (N 186 duizend euro; programma 4: V 186 duizend euro)
Voor dienstverlening van de Jeugdgezondheidszorg aan Oekraïense vluchtelingenkinderen hebben we 186 duizend euro aan de GGD betaald. Voor deze meerkosten hebben we via de decembercirculaire 2022 middelen ontvangen van het rijk (zie ook 4.3.1; meerkosten Oekraïne sociaal domein, totaal 331 duizend euro).

Overige verschillen (V 54 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 54 duizend euro.

3.3.3 Passende ondersteuning

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

-473

-263

-736

Jeugdhulp (N 7,1 miljoen euro; programma 4: V 0,5 miljoen euro)
Het saldo op de zorgkosten jeugdhulp bedraagt per saldo 6,6 miljoen euro nadelig. Dit heeft een aantal oorzaken:

Hogere realisatie jeugdhulp 2021 (N 1,7 miljoen euro)
De definitieve realisatie 2021 is 1,7 miljoen euro hoger uitgevallen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2022. Deze hogere realisatie werkt structureel door.

Effect nieuw woonplaatsbeginsel (N 1,0 miljoen euro)
Per 1 januari 2022 is het nieuwe woonplaatsbeginsel voor de jeugdwet ingevoerd. Op basis van landelijke simulaties is vooraf door het rijk ingeschat wat de effecten hiervan voor individuele gemeenten zouden zijn. Deze effecten zijn vertaald in het budget dat we van het rijk ontvangen. In de praktijk heeft de wijziging van het woonplaatsbeginsel voor de gemeente Groningen een negatiever effect gehad dan op basis van de simulaties werd verwacht. Dit heeft geleid tot een nadeel van 1,0 miljoen ten opzichte van de begroting.

Indexatie tarieven jeugdhulp (N 1,0 miljoen euro)
Daarnaast  is een nadeel van 1,0 miljoen euro ontstaan doordat de indexatie van de tarieven jeugdhulp in 2022 hoger is dan er via onze nominale compensatie en de specifieke rijkscompensatie (1,13% voor de stijging zorgsalarissen, decembercirculaire 2021) was verstrekt. Deze hogere kosten kunnen worden gedekt vanuit de middelen gemeentefonds (beleidsveld 4.3.1).

Stijging extramurale kosten (N 1,0 miljoen euro)
Het aantal cliënten in de dagbesteding/dagbehandeling stijgt. Daarnaast zien we een volumeontwikkeling bij de ambulante zorg, het aantal cliënten daalt, maar de kosten nemen toe doordat het aantal uren per cliënt stijgt. De volumestijging als gevolg van onder meer de coronacrisis en vaker en duurdere en langere trajecten is een ontwikkeling die ook door de provincie wordt benoemd.

Afwijking in budget (N 2,3 miljoen euro)
In de begroting 2022 zijn we er van uit gegaan dat de stijging van de zorgkosten jeugd als gevolg van corona zou worden gecompenseerd door het rijk. Hiervoor is een risico opgenomen in de risicoparagraaf. Uiteindelijk hebben we hiervoor geen compensatie van het rijk ontvangen. Dit leidt tot een nadeel van 3,0 miljoen euro. Hier staan een aantal positieve mutaties in het rijksbudget voor met name Voogdij/18+ tegenover (0,75 miljoen euro).

Indexering achteraf (V 0,4 miljoen euro)
De gecontracteerde jeugdhulpaanbieders geven aan het einde van het jaar aan of ze in aanmerking willen komen voor indexering die achteraf plaatsvindt. In 2022 is het totaal betaalde indexbedrag 0,4 miljoen euro lager dan begroot.  Dit komt vooral doordat we met jeugdbescherming en jeugdreclassering bij aanvang van 2022 al overeenstemming over de tarieven hebben bereikt en daar achteraf geen prijsindexatie heeft plaatsgevonden.

Solidaire kosten (V 0,2 miljoen euro)
De solidaire kosten die we in jeugdhulpregio-verband  betalen zijn per saldo 0,2 miljoen euro lager uitgevallen dan verwacht.

Nagekomen lasten voorgaande jaren (N 0,2 miljoen euro)
De nagekomen lasten uit voorgaande jaren bedragen 0,2 miljoen euro.

Regionale transformatie agenda (V 944 duizend euro)
In de regionale transformatie agenda jeugdhulp zijn de inhoudelijke ontwikkelopgaven voor de komende jaren voor de jeugdhulpregio Groningen uitgewerkt. Het fonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen. Wij zijn de penvoerder voor deze gelden. We hebben in 2022 het beschikbare bedrag ingezet voor het borgen, het trekken van een eindsprint van de in gang gezette activiteiten en hebben gerichte verbetervoorstellen voorgesteld voor hoe verder.
Een aantal van de activiteiten lopen door in 2023, daar hebben we in de regionale begroting transformatieagenda 2022 rekening mee gehouden. We hebben in deze begroting ook rekening gehouden met een bijdrage aan grote ontwikkelingen in de Jeugdhulpregio Groningen. Onder andere door vertraging in landelijke besluitvorming zijn die gelden niet ingezet. De besteding van de niet ingezette middelen wordt voorgelegd aan de regionale opdrachtgevers van de Transformatieagenda Jeugdhulp.

WIJ Samen/basis jeugdhulp (V 205 duizend euro)
De aanloopkosten WIJ Samen zijn in totaal 205 duizend euro lager dan begroot. De kosten van de programma manager, externe advisering en onvoorzien zijn lager uitgevallen. Daarnaast zijn de huisvestingslasten lager door lagere interne verrekeningen en doordat de afwikkeling van de verbouwing van het Talmahuis (fase 1) vertraging heeft opgelopen.

Wmo (V 3,7 miljoen euro; programma 4: V 0,1 miljoen euro)
De zorgkosten Wmo zijn in 2022 bijna 4,0 procent hoger dan in 2021. Daarmee zet de trend van kostenstijging zich voort. Toch is er in de jaarrekening 2022 een voordeel op deze post. Dat wordt veroorzaakt doordat de kostenraming die de basis vormt voor de begroting achteraf bezien te hoog is ingeschat. Een verschil van 1,4 miljoen euro zit bij de hulpmiddelen. In verband met de aanbesteding voor het nieuwe contract hebben we een grote prijsstijging begroot. Deze viel achteraf mee.
Daarnaast zien we bij huishoudelijke hulp een voordeel van 1,7 miljoen euro. Met name de verzilvering (uitnutting van de indicaties) was lager dan vooraf verondersteld. Verder zijn er voordelen in verband met de doorwerking vanuit 2021 onder andere door een lager startaantal inwoners met huishoudelijke hulp. Ten slotte is er door onze interne werkwijze een technisch voordeel i.v.m. nagekomen ontvangen compensatie voor loon- en prijsstijging.

Beschermd wonen (V 2,0 miljoen euro)
In 2022 bedraagt het resultaat voor de regio (alle Groninger gemeenten) 5,6 miljoen euro. In verband met lagere cliëntaantallen en een lagere indicatiewaarde zijn er minder zorgkosten gemaakt dan begroot. Daarnaast hebben we rekening gehouden met een mogelijke uitname in 2022 door het rijk van 2,1 miljoen euro, als gevolg van de overgang van cliënten naar de WLZ. Deze uitname heeft in 2022 niet plaatsgevonden. De rijksbijdrage was zelfs hoger dan begroot. Het aandeel van de gemeente Groningen in het regioresultaat bedraagt 2,0 miljoen euro. Doordat onze regio in de komende jaren gekort wordt op de rijksbijdrage, is de verwachting dat het resultaat van de regio (en daarmee het aandeel van de gemeente Groningen) nadelig zal worden.

Onafhankelijke cliëntenondersteuning (V 100 duizend euro)
Het voordeel is enerzijds ontstaan doordat het aantal ingezette uren per cliënt in 2022 lager lag dan in de voorgaande jaren, anderzijds was sprake van aanloopproblemen in verband met de nieuwe systematiek.

Wvggz (V 135 duizend euro)
Het budget van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is structureel hoger dan de daadwerkelijke inzet. Een gedeelte van dit budget is benut voor uitgaven inzake multi-problematiek (N 215 duizend euro). Per saldo is sprake van een voordeel van 135 duizend euro.

Meerkostenregeling (noodpakket energiekosten (N 255 duizend euro)
In het raadsvoorstel "Noodpakket energiekosten en inflatie" van 20 oktober 2022 met kenmerk 544202-2022 heeft uw raad besloten voor het noodpakket energiekosten en inflatie een budget van 14,1 miljoen te beschikking te stellen. Onderdeel van het pakket was een compensatie voor extra energiekosten voor een specifieke groep met ernstige medische beperkingen voor een bedrag van 225 duizend euro. Er was rekening gehouden met 300 aanvragen, dit zijn er uiteindelijk 640 geworden. Hierdoor realiseren we een overschrijding van 255 duizend euro.

Sociaal perspectiefplan corona (V 203 duizend euro)
Vanuit 2021 zijn we doorgegaan met diverse projecten vanuit het Sociaal Perspectiefplan onder meer op het gebied van meedoen en participeren en Veerkracht en Zorg. Een deel van deze projecten zullen nog doorlopen in 2023. Hierdoor realiseren we in dit deelprogramma een voordeel van 203 duizend euro in 2022.

Uitvoeringskosten (N 381 duizend euro)
Het afgelopen jaar heeft er een wijziging in de toewijzing van de uitvoeringskosten plaatsgevonden, deze leidt op andere deelprogramma's op onder uitputting en in dit deelprogramma tot overschrijding. Daarnaast heeft er gemeente breed een incidentele uitkering plaatsgevonden en is er sprake van een dotatie voor voorziening verlofsparen welke in 2022 voor het eerst heeft plaatsgevonden en waar geen rekening mee is gehouden.

Overige verschillen (N 287 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 287 duizend euro.

3.3.4 Zorg en veiligheid

Lasten

Baten

Saldo

Afwijking

12.025

469

12.494

Maatschappelijke opvang (V 10,5 miljoen euro, programma 4: V 1,4 miljoen euro)
In de Maatschappelijke Opvang (MO) worden voorzieningen georganiseerd voor alle inwoners van de provincie Groningen. Dit wordt vanuit het programma Beschermd Wonen & Opvang (BW&O) namens alle Groninger gemeenten gedaan. Met de reguliere Rijksbijdrage (DUMO) zijn de structurele kosten van opvang gedekt. In 2022 is 10,5 miljoen euro incidenteel budget niet uitgegeven. Dit bestaat uit:

Incidentele corona-gelden (V 5,4 miljoen euro, programma 4: V 1,4 miljoen euro)
Vanuit de overgehevelde incidentele corona-gelden uit 2021 (6,9 miljoen euro), waar wel de nodige maatregelen zijn getroffen maar niet alle gelden besteed zijn, resteert 5,4 miljoen euro. Daarnaast  hebben we in de decembercirculaire nog 1,4 miljoen euro ontvangen voor de continuïteit van zorg in het kader van corona (zie programma 4). Deze middelen hebben we niet hoeven aan te wenden.

Brede aanpak dak- en thuisloosheid (2,8 miljoen euro)
In de meicirculaire hebben we 2,8 miljoen euro ontvangen voor de brede aanpak dak- en thuisloosheid. Deze middelen zijn bestemd voor het voorkomen van dakloosheid, om- en afbouw van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze jongeren en volwassenen. In 2022 zijn hierop diverse projecten uitgevoerd, gefinancierd uit eerdere incidentele middelen. Hieraan zal in 2023 een vervolg worden gegeven, waardoor deze middelen uit de meicirculaire 2022 alsnog worden ingezet.

Diverse overige incidentele voordelen (2,3 miljoen euro)
Tot slot tellen diverse overige incidentele voordelen op tot een voordeel van 2,3 miljoen euro.

Het totale overschot telt op tot 11,9 miljoen euro, waardoor in 2023 diverse projecten voortgezet kunnen worden en de investeringen die volgen uit de leidraad spoor 1 en 2. Er wordt in afstemming met de regio gesproken over langjarig (financieel) perspectief van de MO in relatie tot de incidentele en structureel beschikbare middelen.

Vrouwenopvang (V 1,8 miljoen euro)
Vanuit 2021 hebben we 246 duizend euro beschikbaar gehouden voor Veilig Thuis voor tegenvallers met betrekking tot de te verwachten CAO-stijging en wachtlijsten. Deze middelen hebben we in 2022 niet in hoeven zetten om dat Veilig Thuis dit in haar eigen begroting heeft kunnen oplossen. Tevens is er rekening gehouden met de nog te ontwikkelen aanpak schadelijke praktijken (300 duizend euro). Met deze aanpak zijn we nog bezig, we zetten de middelen in 2023 in. Daarnaast zien we een voordeel van 697 duizend euro door de ontvangst van middelen in de meicirculaire voor de Versterking kind- en gezinsbescherming. De gemeente heeft deze middelen ontvangen als centrum gemeente om het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming in de regio in te voeren en extra ondersteuning te organiseren voor gezinnen met meervoudige problematiek. Overige voordelen tellen op tot 557 duizend euro. Deze middelen worden in overleg met de Groninger gemeenten merendeels in 2023 in gezet.

Opvang vluchtelingen (V 198 duizend euro)
Via de septembercirculaire 2022 hebben we van het rijk voor de maatschappelijke begeleiding van vreemdelingen middelen ontvangen in het kader van de nacalculatie over 2021. Hierdoor is in 2022 een incidenteel voordeel van 198 duizend euro ontstaan.

Overige verschillen (N 4 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 4 duizend euro.

Risico's

Voor een totaal overzicht van de risico's zie Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Ontwikkelingen

Voor een totaal overzicht van de ontwikkelingen zie Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Deze pagina is gebouwd op 07/13/2023 11:52:08 met de export van 07/13/2023 11:43:16